Dit was het politieke debat 'We winnen allemaal met sport'

Sportlandschap

Vrijdag 23 februari was MeetDistrict Gent dé arena voor vertegenwoordigers van CD&V, Vooruit, N-VA, Open VLD, Groen, Vlaams Belang en PVDA. De 7 politieke partijen gingen in debat, o.a. over het budget sport, het infrastructuurtekort en de vele geëngageerde mensen in onze sportsector.

Netwerkevent voor de sportsector

We mochten een gevarieerd publiek van meer dan 220 deelnemers verwelkomen uit:

  • sportfederaties
  • sportclubs
  • overheid
  • partnerorganisaties
  • universiteiten
  • pers en andere geïnteresseerden

Starten en afsluiten deden we met een hapje en een drankje. Een boeiende avond waarin we ook ruimte maakten voor leuke babbels, netwerken en verbinding met de sportsector!

 

Afbeelding
tafel met onthaal voor het politieke debat

Sport levert op! Van fysieke en mentale voordelen tot sociale en maatschappelijke return.

Daarom vinden we dat de stem van de georganiseerde sportsector niet mag ontbreken in het verkiezingsjaar 2024.

Vlaamse Sportfederatie
Afbeelding
7 politici en moderator Bart Schols

Met wie gingen we in gesprek?

Moderator Bart Schols leidde de gespreksavond en kaartte de verschillende beleidsprioriteiten voor de sportsector aan. Het panel zag er zo uit:

  • Kris Van Dijck (N-VA)
  • Robrecht Bothuyne (CD&V)
  • Hannes Anaf (Vooruit)
  • Maurits Vande Reyde (Open VLD)
  • Johan Deckmyn (Vlaams Belang)
  • Bert Misplon (Groen)
  • Quinten Vanheuverzwyn (PVDA)

Waarover spraken de partijen zich uit tijdens het debat?

Investeren in mensen

We legden de politici volgende cijfers voor: 

  • 5/10 sportclubs is op zoek naar extra trainers en 8/10 zoekende sportclubs vindt ze moeilijk
  • 4/10 sportclubs ziet jaarlijks trainers afhaken
  • 4/10 sportclubs kan geen nieuwe leden aantrekken of extra sporturen aanbieden door een tekort aan trainers

De sector vraagt om te investeren in mensen. Hoe kijken de partijen hiernaar?

  • Vergoeding en statuut voor trainers
    • PVDA en Vlaams Belang stelden een verhoging van de vrijwilligersvergoeding voor.
    • Verschillende partijen (CD&V, Vooruit en N-VA) gaven aan dat het huidige statuut Verenigingswerk / Artikel 17 niet werkt voor de sportsector, en aangepast moet worden. Groen kaartte dit ook aan, maar vond een discussie over de grootte van een vergoeding niet de essentie: een goede omkadering voor trainers in de club is ook belangrijk. Dit kan bijvoorbeeld door een professional aan te stellen die zich bezighoudt met de activiteiten rond de trainingen, zodat de trainer zich kan focussen op de trainingen.
    • Alle partijen (!) waren voorstander om flexi-jobs uit te breiden naar de volledige sportsector. Dit biedt een kader om op een legale manier extra mensen in te schakelen, gecombineerd met een andere job. Open VLD vulde aan dat een verdere uitbreiding momenteel wordt tegengehouden door PS en Ecolo, en pas na de verkiezingen opnieuw op tafel kan komen. 
  • PVDA vond dat de maatschappij meer moet inzetten op werkbaar werk, waardoor een combinatie met engagement in de sport haalbaar is.
  • Moet het RSZ-voordeel voor profvoetballers behouden blijven? CD&V vond van wel. De andere partijen stelden dat topsport ondersteund moet worden, maar de huidige RSZ-kortingen voor topvoetballers te ver gaan.
  • N-VA stelde dat het tekort aan trainers een gevolg is van de groeiende en bloeiende sportsector en wil daarom ook verder inzetten op kwaliteit, en wil blijven investeren in opleiding van trainers via de Vlaamse Trainersschool om trainers sterker te maken en de nodige skills bij te brengen.
  • Vlaams Belang wou nagaan of we masters en bachelors LO meer kunnen activeren als clubtrainers. Zij hebben namelijk het juiste profiel.

Digitalisering en administratie

We legden de politici volgende cijfers voor: 

  • 6/10 sportclubs besteedt steeds meer tijd aan administratieve verplichtingen
  • 6/10 sportclubs is ervan overtuigd dat slimme digitalisering voor tijdswinst zal zorgen
  • 1/3 sportclubs ziet vrijwilligers afhaken door administratieve verplichtingen
  • 1/4 sportclubs kan het ledenaantal niet uitbreiden omwille van de tijd die ze besteden aan administratieve verplichtingen

Aanpakken, die digitalisering en administratieve vereenvoudiging! Hoe kijken de partijen hiernaar?

  • Er was consensus onder de partijen om verder op digitalisering in te zetten. Hier ligt ook een grote rol voor de lokale besturen en sportfederaties.
  • Verschillende partijen (CD&V, Vlaams Belang en N-VA) benadrukten dat er al grote stappen gezet zijn op vlak van digitalisering en administratieve lasten.
  • Groen vond dat een deel van de oplossing ook kan liggen in clubs die samenwerken en een professional aanstellen om administratief te ondersteunen.
  • PVDA had een zorg dat de snelle digitalisering in de maatschappij moeilijk te volgen is voor oudere bestuurders / vrijwilligers. Het nieuwe Verenigingsloket is wel een positieve evolutie.
  • Open VLD stelde vast dat de overheid actie onderneemt tegen louche buitenlandse makelaars. Maar bestuurders van amateurclubs die goed werk leveren, voelen zich geviseerd door de toename aan administratieve lasten. Sportclubs mogen niet zomaar verdacht gemaakt worden.
  • Vooruit stelde dat de sportsector groeit, en dat de middelen (o.a. voor digitalisering) mee moeten groeien.

Infrastructuur

We legden de politici volgende cijfers voor: 

  • 49% van de sportclubs ervaart een tekort aan sportinfrastructuur
  • 4/10 sportclubs ervaart dat hun sportinfrastructuur verouderd is
  • 64% van de sportclubs wil nog meer gebruik maken van schoolsportinfrastructuur
  • 4/10 sportclubs kan geen nieuwe leden aantrekken door een tekort aan sportinfrastructuur

De nood om structureel verder te investeren in sportinfrastructuur is groot! Hoe kijken de partijen hiernaar?

  • Er was consensus om verder te investeren in sportinfrastructuur. Hier ligt ook een belangrijke taak voor de lokale besturen om nog meer samen te werken en bovenlokale initiatieven op te zetten. Daarnaast moet er ook nog meer ingezet worden op het delen en slim gebruiken van bestaande infrastructuur.
  • PVDA benadrukte het belang van de bereikbaarheid van sportinfrastructuur met het openbaar vervoer.
  • Open VLD vond het de taak van de overheid om basissportinfrastructuur te voorzien, maar positief dat er Publiek Private Samenwerkingen (PPS) zijn. In verband met nog meer delen van infrastructuur, moeten lokale besturen de vrijheid krijgen om te bekijken hoe zij dit best organiseren. En een extra aandachtpunt: de grootst groeiende groep sporters is de ongebonden sporter.
  • Groen vond dat er in Vlaanderen te strenge regels gelden voor zwemmen in open water.
  • Schoolsportinfrastructuur moet nog meer gedeeld worden met sportclubs. Vooruit gaf aan dat sommige scholen sporthallen bewust niet competitiewaardig maken om ze niet te moeten openstellen voor sportclubs. N-VA vermoedde dat dit soms te maken heeft met de wijzigende regels binnen de sport. In elk geval stelt een recent nieuw decreet dat de Vlaamse overheid enkel nog investeert in schoolsporthallen als die ook gebruikt kunnen worden door sportclubs. N-VA benadrukte dat op dit vlak de voorbije legislaturen mooie stappen zijn gezet, en dat het lokale beleid aan zet is om dit verder in de praktijk te brengen. 
  • CD&V stelde vast dat de voorbije periode synergiën tussen onderwijs en sport plaatsvonden, en ziet in de komende periode graag synergiën tussen sport en welzijn. Groen stelde dat kinderen moeten meer bewegen en zich kunnen uitleven tijdens de schooluren.
  • Vlaams Belang vond dat er op vlak van investering in sportinfrastructuur een inhaalbeweging is ingezet, maar het tekort niet is weggewerkt. Zeker als het gaat over zwembaden. En dat het belangrijk is om de sportsector nauw te betrekken bij de realisatie of renovatie van sportinfrastructuur.

Financiering

We legden de politici volgende cijfers voor: 

  • Aandeel sport in de Vlaamse begroting is slechts 0,33%
  • 7/10 sportclubs verhoogde de voorbije 2 jaar het lidgeld met gemiddeld 15%
  • 54% van de sportclubs is actief op zoek naar meer middelen

De sector vraagt om de financiële middelen voor sport te verhogen.
Hoe kijken de partijen hiernaar?

  • Alle partijen erkenden de grote maatschappelijke meerwaarde en het terugverdieneffect van sport.
  • Verschillende partijen (Groen, PVDA, Vlaams Belang en Vooruit) waren voorstander om het budget voor sport in de Vlaamse begroting te verhogen naar 0,4%. Waar moeten die middelen dan vandaan komen? Sport kan nog meer als (preventie)middel ingezet worden, met investeringen vanuit verschillende beleidsdomeinen (integratie, onderwijs, welzijn…). Vlaams Belang wil ook middelen halen uit budgetten die momenteel verdwijnen als financiële transfers naar het zuiden van het land. PVDA wil de hogere inkomens zwaarder belasten.
  • Verschillende partijen spraken uit extra te willen inzetten op het systeem van de UITPAS (CD&V, Groen, Vooruit en PVDA). 
  • Vlaams Belang stelde een beperkte belastingvermindering voor sporters voor. Vooruit was geen voorstander van algemene belastingvermindering voor elke sporter, maar wel specifieke financiële ondersteuning voor zij die het echt nodig hebben. 
  • Vooruit wou een jeugdsportfonds oprichten, bestaande uit restbedragen in de begroting sport (wat in elk beleidsdomein wel het geval is, vult N-VA aan) en bijdragen uit de privésector. 
  • Open VLD wou geen extra btw-stelsels of koterijen meer bij maken. Een echte sportmentaliteit in Vlaanderen creëren is meer essentieel dan de middelen verhogen.
  • N-VA stelde voor dat de middelen die de Nationale Loterij in sport investeert via Vlaanderen zouden verlopen zodat deze consistent gebruikt worden.
  • N-VA vond dat clubs erover moeten nadenken om hun lidgeld te verhogen, wat mag gezien de hoge kwaliteit die zij leveren. PVDA benadrukte dat sport meer betaalbaar moet worden voor jongeren. Er mag geen financiële rem zijn voor jongeren om aan sport te doen.